Tel:   0317-310698   |  verkoop@plankencentrale.nl   |  Winkel geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur   |   Alles uit voorraad leverbaar!
Tel:   0317-310698   |  verkoop@plankencentrale.nl   |  Winkel geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur   |   Alles uit voorraad leverbaar!
Winkel geopend van maandag t/m vrijdag 8.30 tot 17.00 uur
Alles uit voorraad leverbaar!
Levering door heel Nederland voor € 35,00
Bij aankopen vanaf € 500,00 levering gratis
 

De nieuwe werkelijkheid: meer wormgaatjes in eikenhout

Bij controle van geschaafd hout in ons magazijn signaleren we vaker houtwormgaatjes van 1 – 2 mm grootte in het spint- en kernhout van Europees eiken (zie afbeelding 1). Ook leveranciers van ons eikenhout in Frankrijk, Duitsland en Tsjechië beamen dit.

  1. Hoe zien de gaatjes eruit en waar komen ze vandaan?
    De gaatjes zijn ongeveer 1-2 mm groot en zitten in zowel het kern- als spinthout van Europees eiken (zie afbeelding 1). Ze worden   veroorzaakt door twee soorten kevers: de eikenspintkever en de ongelijke houtkever. Bij een aantasting van de eikenspintkever worden de gaatjes in het eiken spint- en kernhout veroorzaakt door de larven. Bij de ongelijke houtkever maakt de vrouwtjeskever boorgangen. Deze kevers zijn nathoutboorders en komen uitsluitend in “nat” of versgezaagd eiken voor. Meubels, houtconstructies en parketvloeren worden dus niet aangetast door deze kevers.
  2. Hebben de gaatjes invloed op de houtkwaliteit van Europese eiken?
    De gaatjes hebben geen invloed op de fysische- en mechanische eigenschappen van het eikenhout. De gaatjes kunnen de plank wel minder mooi maken, zeker wanneer ze zich op de zichtzijde van de plank bevinden. Wanneer er af en toe een wormgaatje in het eiken zit en wij het opmerken, dan stoppen we schuren we de plank, zodat de gaatjes nagenoeg onzichtbaar worden. Wanneer er vele gaatjes in een plank aanwezig zijn, wordt de plank niet in de winkel verkocht en voor andere toepassingen gebruikt. Kans dat planken na aankoop verder worden aangetast is er niet: beide kevers hebben het alleen gemunt op verzwakte of dode jonge en volwassen eikenbomen. Zodra er geen schors meer op de boom zit, hebben de kevers geen kans meer.
  3. Kunnen er levende kevers of larven achterblijven in het hout dat ik koop?
    Die kans is klein. Het meeste hout dat wij verkopen heeft namelijk een hittebehandeling ondergaan. Nadat het eikenhout gezaagd en opgelat is, wordt het kunstmatig in speciale droogkamers gedroogd. De temperatuur komt daarbij lange tijd boven de 55 graden Celsius. Een half uur boven de 55 graden is genoeg om de kevers te doden.Een koudebehandeling zou de kevers ook kunnen doden, maar dat is onzinnig omdat vers gezaagd eiken eerst moet drogen.
  4. Waarom zaten er vroeger minder gaatjes in planken?
    Een belangrijke oorzaak van de toename van deze wormgaatjes is de afname van vitaliteit van eikenbomen in Duitsland, Frankrijk, Nederland en België. Dit komt door een combinatie van factoren: extreme hoge zomerse temperaturen, droogtestress en de depositie van stikstof. De verzwakte eiken worden daardoor bevattelijker voor  aantastingen van kevers, maar ook andere ziekten zoals schimmels. Daarnaast is ook het bosbeheer veranderd. Waar vroeger dood hout werd afgevoerd, blijft het nu vaker liggen. Hierdoor zijn de omstandigheden voor de kevers sterk verbeterd.
  5. Wat doet de eikenspintkever precies?
    De eikenspintkever (Scolytus intricatus) ontwikkelt zich in de voedselrijke cambiale zone (deelweefsel van de boom). De kever is 2 – 3 mm lang, het lichaam is zwart met roodbruine dekschilden, lichtbruine voelsprieten en poten. De kever komt in het gehele verspreidingsgebied van de eik in Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika voor. De belangrijkste gastheren zijn verschillende soorten eiken maar de kever wordt ook aangetroffen bij kastanjes, iepen, beuken en populieren. De kever is een secundaire aantaster en kan zich dus alleen ontwikkelen in verzwakte, stervende of dode en jonge bomen. De ontwikkeling kan ook plaatsvinden in losliggende takken, openhaardhout (1) of opgelat, maar niet-ontschorst, hout bij zagerijen. De kever doorboort de bast van de eikenboom, waar hij een horizontale gang vreet achter de bast langs. In deze moedergang legt de kever haar eitjes. De larven uit deze eitjes vreten weer nieuwe, lange gangen en verpoppen zich aan het einde daarvan. Eenmaal uitgekomen vreten de kevertjes zich tenslotte door de bast uit de boom, waarna de cyclus opnieuw begint. De kever produceert daarbij een bruin boormeel wat uit het inboorgaatje komt. De horizontale gangen zorgen ervoor dat de sapstroom, tussen de wortels en de kroon, steeds beperkter wordt. Met name bij hogere temperaturen ontstaat er watergebrek, waardoor de boom afsterft (2).
  6. Wat doet de ongelijke houtkever precies?
    De ongelijke houtkever (Xyleborus dispar) is in West-Europa een zeer algemeen voorkomende soort. De 3,5 tot 3,8 mm grote vrouwtjes zijn bijna tweemaal zo groot als de 1,8 tot 2,4 mm grote mannetjes. De vrouwtjes boren gangen in bomen die verzwakt zijn of niet optimaal groeien. Het gaat dus, net als bij de eikenspintkever, om een secundaire aantaster (1).
    De ongelijke houtkever gaat diep het hout in en produceert wit boormeel. Maar soms komt er alleen sap of hars uit het 1 – 2 mm grote inboorgaatje. De gangen van de ongelijke houtkever gaan meteen diep het hout in en zijn dus bij het verwijderen de schors meteen te onderscheiden van het broedpatroon van bastkever. De ei-afzetting strekt zich over enkele weken uit, waardoor larven van verschillende ontwikkelingsstadia in de gangen zijn te vinden. De larven eten de zwarte Ambrosia-schimmels die het vrouwtje in de moedergangen brengt en die aan de wanden gaan groeien. De larven eten dus geen hout en veroorzaken dus ook geen directe schade aan de boom. De verpopping begint in juni en in juli-september verschijnen de eerste jonge kevers. Ze zijn in het begin nog lichtbruin maar worden later donkerbruin. De jonge kevers overwinteren in de oude gangen en in het voorjaar vindt de paring in gangen plaats. De mannetjes zijn veel kleiner dan de vrouwtjes, ze kunnen niet vliegen en blijven in de gangen achter. De bevruchte vrouwtjes verlaten de boom via de inbooropening van de moederkever en zoeken een nieuwe boom (1).
  7. Hebben alleen eiken de laatste jaren meer problemen gekregen?
    De eik is niet de enige boom die problemen hebben met aantastingen en ziekten in Europa. Ook de beuk (sterfte door slechte groeiomstandigheden) en de fijnspar (letterzetter) hebben problemen door de hetere zomers, droogte en zachtere winters. Waarschijnlijk zullen de problemen met een aantal boomsoorten in de toekomst alleen maar toenemen wanneer de weeromstandigheden extreem blijven. De paardenkastanje (kastanjebloederziekte, kastanjebladmeermot), es (essentaksterfte), olijfbomen (virus) hebben ook problemen. Deze worden met name veroorzaakt door virussen, bacteriën en schimmels waarvan sommige afkomstig zijn uit andere werelddelen. Helaas is dit de nieuwe werkelijkheid waar meubelmakers mee moeten zullen leven leven.

Gebruikte bronnen:

  1. 2013, Van der Sluis en L. Moraal. Aantastingen door hout-en bastkevers bij jonge eiken Literatuuronderzoek en inventarisatie op bedrijven en openbaar groen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361522 00/PT nr. 14612 , 41p.
  2. Website: https://www.greenguard.nl
  3. Website: Nederlands soortenregister
  4. 1997, L.G. Moraal. Eikenprachtkever, Agrilus biguttatus, en eikensterfte: een literatuurstudie over aantastingen, levenswijze en verspreiding.  IBN-rapport 320 Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO) Wageningen ISSN: 0928-6888,  29p.