Het belang van goed gedroogd eikenhout voor verschillende toepassingen
Vaak krijgen we van klanten van de Plankencentrale.nl de vraag of onze geschaafde eiken planken goed zijn gedroogd. In dit houtverhaal gaan we op de diverse factoren en het belang van goed gedroogd eikenhout in. Vaak worden kwaliteitsproblemen zoals krimpen, zwellen, schotelen en scheurvorming van verwerkt hout veroorzaakt doordat het houtvochtgehalte (Definitie 1) niet optimaal is (het hout bevat te veel of te weinig vocht) of dat de relatieve luchtvochtigheid van de omgeving te hoog of te laag is.
Definitie 1: Houtvochtgehalte:
Het houtvochtgehalte wordt als volgt gedefinieerd:
Y = (Mx – Mo) / Mo * 100 waarbij
Y = houtvochtgehalte (%)
Mx = begin gewicht van hout(kg) met vocht
Mo = oven drooggewicht van gewicht van hout (kg) dus zonder vocht.
Wanneer je formule analyseert zie je ook dat je een vochtgehalte kunt hebben van meer dan 100 %. Je deelt de term (Mx – Mo ) door het oven drooggewicht.
Opnemen en afstaan van vocht
Hout is een poreus materiaal, het kan van de omgeving vocht (= waterdamp) opnemen of afstaan vanwege schommelingen van de relatieve luchtvochtigheid. De temperatuur en de luchtsnelheid bepalen de relatieve luchtvochtigheid. . Met de relatieve vochtigheid meet je het percentage aan waterdamp dat in de lucht aanwezig is ten opzichte van de maximale hoeveel waterdamp de lucht kan bevatten voordat het gaat condenseren. Hoeveel waterdamp de lucht maximaal kan bevatten is vooral afhankelijk van de temperatuur. Bij elke relatieve luchtvochtigheid hoort een houtevenwichtsvochtgehalte (Definitie 2).
Definitie 2: Houtevenwichtsvochtgehalte:
Hout evenwichtsgehalte is het vochtgehalte van hout dat het na een tijd zal bereiken bij een constante temperatuur, constante relatieve luchtvochtigheid en constante luchtsnelheid.
Om dit beter uit te leggen geef ik het volgende voorbeeld: in een afgesloten kamer daalt de relatieve luchtvochtigheid wanneer er gestookt wordt, omdat de absolute hoeveelheid vocht in de lucht hetzelfde blijft en de warmere lucht veel meer vocht zou kunnen bevatten. Gaat de verwarming weer uit, dan stijgt de relatieve luchtvochtigheid weer. Wanneer je dus een stuk hout in de bovengenoemde een ruimte plaatst dat dan gaat het vocht af staan en het vochthalte van het hout zal dalen. Wanneer dit een sterke langdurige daling is kan het hout gaan krimpen en kunnen er droogscheuren optreden. Het afstaan van vocht door het hout is een geleidelijk proces, het hout “volgt”de relatieve lucht vochtigheid met een vertraging. Olie en lak vertragen de opname en afname van vocht nog meer. Hierdoor vallen in de praktijk problemen met krimpen en zwellen van hout meestal mee.
Voordelen van gedroogd hout
Dus hout moet zodanig worden gedroogd dat het zoveel mogelijk stabiel blijft in de omgeving waar het wordt toegepast. Dit houtvochtgehalte noemt men het eindvochtgehalte of het gebruiksvochtgehalte. Dit noemen we dan “goed” gedroogd hout. Ook de levensduur van het product is bij goed gedroogd hout langer. Daarnaast heeft het drogen van hout nog meer voordelen: de sterkte, de duurzaamheid en de isolatiewaarde nemen toe. Een ander aspect is dat gedroogd hout veel beter te bewerken is: zagen, schaven, schuren, lakken, oliën geven een veel beter resultaat. Tenslotte is het soortelijk gewicht van gedroogd hout ook lager, dit heeft voordelen gedurende transport en verwerking. Naast deze voordelen heeft het drogen van hout ook een aantal nadelen. Droging van hout kost veel tijd en brengt kwaliteitsverlies met zich mee: vervormingen zoals schotelen en torderen kunnen optreden.
Drogen van hout
Hout kan op twee manieren gedroogd worden: aan de lucht en in speciale droogkamers. Vaak vindt er een combinatie plaats: eerst wordt het hout aan de lucht gedroogd en als het nog nodig is wordt het in kamers nagedroogd. Na het zagen worden vers gezaagde planken altijd op drooglatjes (foto 1) gelegd. Door de latten liggen de planken van elkaar en kan de wind er tussen door waaien en tegelijkertijd vocht afvoeren. Wanneer de planken binnenshuis voor meubels, parket, trappen en interieur worden toegepast moeten ze altijd in droogkamers verder gedroogd naar een lager vochtpercentage van ongeveer 9 – 12 %. Droogkamers zijn speciale ruimtes waar met behulp van de regulering van temperatuur en luchtsnelheid de relatieve luchtvochtigheid eiken in een aantal maanden tot het juiste vochtgehalte wordt gedroogd.
Foto 1: een pakket eikenhout dat op latjes gelegd is zodat het goed kan doorwaaien.
Juiste vochtgehalten bij verwerking
Op basis van praktijkervaringen met Europees eiken en de literatuur wordt in tabel 3 een overzicht gegeven van de aanbevolen vochtgehaltes bij verwerking voor een aantal toepassingen. De tabel laat zien dat voor de meeste toepassingen het eiken in een droogkamer gedroogd moet worden. Bij eikenhout dat voor buiten toepassingen zoals meubels gebruikt wordt is het niet eenduidig een advies tegen m.b.t. het gewenste vochtgehalte zodat het product stabiel blijft. Veel hangt af van waar het meubel wordt geplaats: in de volle zon, in de schaduw, in een boomrijke omgeving of onder een veranda.
Tabel 3:.3: Overzicht van aanbevolen evenwichtsvochtgehaltes voor eikenhout voor verschillende toepassingen in Nederland.
Toepassing | Ruimte toepassing | Kunstmatig drogen vereist | Aanbevolen houtvocht-gehalte (%) | Opmerkingen |
Fineer | binnenshuis | ja | 6 – 8 | Fineer wordt meestal op multiplex of spaanplaat geplakt. Heeft een dikte variërend van 1,0 tot 4 mm . |
Parket | woonkamer | ja | 6 – 8 | We hebben het hier over tapis met een dikte van 6 – 9 mm dik. |
Lamellen | woonkamer | ja | 8- 10 | Lamellen worden gebruikt om samengestelde vloeren te maken. Een lamel is een stuk je hout van 4 tot 6 mm dik dat op multiplex gelijmd wordt. |
Massieve vloeren | woonkamer, restaurant , cafés | ja | 9 – 12 | Bij massieve vloerdelen is de wijze van installatie ook van belang op het vochtgehalte. In wat vochtiger ruimtes zoals cafés kan het vochtgehalte wel 12 – 13 % zijn. Massieve vloeren zijn meestal 20 mm dik. |
Meubels | binnen | ja | 9 – 12 | Dikte varieert van 15 tot 30 mm |
Meubels | binnen | ja | 11 – 13 | Dikte varieert van 40 mm t/m 55 mm |
Meubels | buiten | ja | 9 – 12 | Hoewel de relatieve luchtvochtigheid buiten hoger is dan binnen is onze ervaring dat je van eikenhout met 10 % vochtgehalte je duurzamere meubels maakt dan aneer het luchtdroog is. |
Meubels | binnen | ja | 12 – 17 | Dikker dan 60 mm. Wanneer sommige rustieke sortimenten verder terug gedroogd worden treedt veel kwaliteitsverlies op in de vorm van scheuren en vervormingen. |
Binnendeuren | binnen | ja | 9 – 12 | Wanneer massieve binnen deuren geproduceerd zijn, is het raadzaam om ze direct te plaatsen. Wanneer meer dan 2 weken staan trekken ze meestal krom. |
Betimmeringen | binnen | ja | 9 – 12 | |
Trappen | binnen | ja | 9 – 12 | |
Sportartikelen | buiten | ja | 12 – 16 | Vroeger werden veel sportartikelen worden van hout gemaakt. Je kunt nu denken aan hockeysticks, cricketslag. |
Kozijnen | ja | 14 – 16 | ||
Buitendeuren | ja | 14 – 16 | ||
Wijn- en whiskyvaten | binnen | nee | 17 – 20 | Het hout dat hier voor gebruikt wordt betreft altijd kwartiers gezaagd hout zodat de werking gering is. |
Tuinhout (planken) | buiten | nee | < 20 | Beter is om ze terug te drogen tot 14 – 16 %. Planken zijn dan veel stabieler. |
Vlonders | buiten | nee | < 18 | Vanwege stabiliteit is het raadzaam ze terug te drogen. Er treedt minder werking op. |
Balkhout | buiten | nee | Zowel vers als aangedroogd. | Balken met kopmaat 100 x 100 mm worden nooit kunstmatig terug gedroogd vanwege scheurvorming en vervormingen.
In het balkhout kun je twee sortimenten m.b.t. vochtgehalte onderscheiden: vers gezaagd (mooi blank eiken) en vergrijst met scheurvorming en met een lager vochtgehalte. |
Spoorwegbielzen | buiten | nee | < 25 | Spoorwegbielzen worden met creosoot behandeld. Daar voor is een houtvochtgehalte nodig van onder de 24 %. |
Damwanden | buiten | nee | vers | Voor de verwerking schaven is het handig als ze aangedroogd zijn. |